“De prinsessen-, sperzie-, sla- of herenboon is even rijk aan synoniemen als aan gezonde en nuttige voedingsstoffen. Zo is de prinsessenboon één van de beste bronnen van cholesterolverlagende voedingsvezels en de rijkelijk aanwezige eiwitten zorgen op hun beurt voor een goede opbouw van weefsel. De vitamine C in sperziebonen houdt de aanmaak van rode bloedcellen op gang en de koolhydraten geven je energie. Let wel op met rauwe prinsessenbonen: deze kunnen het darmslijmvlies aantasten of bij grote hoeveelheden zelfs weefsel afbreken!”
(Bron: Infotalia)
Wij eten vaak spercieboontjes. Door de pasta, door de chili, op de pizza, met aardappeltjes en een worstje of met rijst, een gebakken eitje en pindasaus. En laatst had ik een heerlijk Indiaas recept van Glutenblij (waar de kinderen overigens geen hap van gegeten hebben).
Maar nu wil ik een koninklijk recept, een recept die de prinsesjes misschien ook lusten. Mijn meisjes in ieder geval wel!
Het is een recept van Alain Passard, de ***chef die groenten de hoofdrol geeft.
– Als voorbereiding op onze (voorlopig) laatste Koninginnedag, post ik vandaag en de komende dagen koninklijke gerechten. Ik begon met Koninginnesoep. –
Ingredienten voor vier personen:
- 600 g extra dunne sperziebonen (haricotvert)
- 15 – 20 g (gezouten) boter
- olijfolie
- 12 (liefst verse) amandelen
- 1 grote rijpe perzik (liefst met wit vruchtvlees)
- blaadjes van 3 – 4 takjes (paarse) basilicum
Blancheer de sperziebonen in lichtgezouten water beetgaar. Schep ze met een schuimspaan uit het water en dompel ze in water met ijsklontjes. Laat uitlekken in een vergiet. Snijd de perzik met schil in 12 parten. Verhit op laag vuur de boter met een flinke scheut olijfolie in een grote koekenpan of wok. Roerbak de sperziebonen een minuutje op hoog vuur. Voeg de amandelen en de perzikparten toe en op het laatst wat basilicumblaadjes. Bestrooi met een snufje zout (liefst fleur de sel) en een paar draaien zwarte peper. Meng de ingrediënten vooral niet te veel door elkaar, zo blijven de perzikparten mooi heel. Schep het gerecht op 4 warme borden en serveer direct.
Bron: Janneke Vreugdenhil voor NRC Koken