uitslagen PreventCD

Op 3 oktober schreef ik over de uitslag van het PreventCD onderzoek:

  • Coeliakie wordt niet voorkomen door kleine hoeveelheden gluten te geven op de leeftijd van 4 maanden.
  • Het geven van borstvoeding heeft geen beschermend effect op het risico op coeliakie

Maar het onderzoek kwam tot meer belangrijke bevindingen:

  1. Coeliakie ontstaat al op zeer jonge leeftijd
  2. Meisjes hebben al op zeer jonge leeftijd een hoger risico
  3. Kinderen met twee HLA-DQ2 genen hebben al op jonge leeftijd een hoger risico op coeliakie

1. Coeliakie ontstaat al op zeer jonge leeftijd

De diagnose coeliakie werd gedurende het onderzoek bij 80 kinderen gesteld. Op de leeftijd van 3 jaar was de frequentie van coeliakie in de gehele groep 5.2%. De gemiddelde leeftijd waarop de ziekte werd gediagnosticeerd was 2.8 jaar. Het jongst gediagnosticeerde kind was 1.1 jaar oud, en het oudste kind 5.6 jaar. Van de 80 kinderen met coeliakie was 59% een meisje. Ze hadden allemaal een verhoogde hoeveelheid coeliakie antistoffen (anti-weefseltransglutaminase) toen de diagnose werd gesteld. Symptomen passend bij coeliakie waren aanwezig bij 68% van de kinderen. De meest genoemde symptomen in deze groep waren een opgeblazen buik (bij 20 kinderen) en diarree (19 kinderen).

2. Meisjes hebben al op zeer jonge leeftijd een hoger risico op coeliakie

Op de leeftijd van 3 jaar al, hadden meisjes een twee keer zo hoog risico als jongens (7.2% versus 3.4%). Het woord “significant” betekent dat we er minstens 95% zeker van zijn dat het verschil dat we zien tussen twee groepen niet op toeval gebaseerd is (in andere woorden, dat het verschil dat we zien er echt is).

3. Kinderen met twee HLA-DQ2 genen hebben al op jonge leeftijd een hoger risico op coeliakie

Kinderen met twee HLA-DQ2 genen hebben een significant hoger risico op coeliakie hebben (14.9%) dan kinderen met één HLA-DQ2 gen (3.9%) of dan kinderen met één of twee HLA-DQ8 genen (0.9%).

Factoren die ook geen invloed hebben

Borstvoeding en het vroeger introduceren van gluten hebben dus geen invloed op het ontwikkelen van coeliakie. Andere factoren die niet van invloed waren op de ontwikkeling van coeliakie zijn het land waar het kind geboren is, het aantal en het type familieleden met coeliakie, of het kind vroeger buik- of luchtweginfecties heeft doorgemaakt, of het kind gevaccineerd is voor het rotavirus, en hoeveel gluten het kind dagelijks inneemt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *