Biologielesje: hoe krijgt je het coeliakie-gen?

Ik schreef het al eerder:

Je kan het coeliakie-gen krijgen van 1 ouder (hetrozygoot) of van 2 ouders (homozygoot). Iemand met hetrozygoot HLA-DQ8 heeft veel minder kans om coeliakie te ontwikkelen dan iemand met homozygoot HLA-DQ2.8
Afhankelijk van het gentype wordt bepaald hoeveel kans iemand heeft om coeliakie te ontwikkelen.

Presentatie: Hoe overtuig ik mijn familie om zich te laten screenen op coeliakie

In mijn blog De kans op coeliakie, verdeeld naar genetisch profiel kan je lezen hoeveel kans je hebt om coeliakie te ontwikkelen als je bijvoorbeeld twee keer HLA-DQ2 hebt.

Maar hoe krijg je die genen eigenlijk? Hieronder leg ik met plaatjes uit hoe dit werkt.

Normaal krijgen de vrouwen een rondje en de mannen een vierkantje. Maar omdat het voor de coeliakie-genen niet uitmaakt of je man of vrouw bent, heb ik voor het gemak iedereen een rondje gegeven.

Geen coeliakie-genen

Vader en moeder hebben allebei geen coeliakie-genen. Zij kunnen het dus ook niet doorgeven aan hun kinderen.
– Let op: Er zijn zeldzame gevallen bekend waarbij de ouders beiden een half coeliakie-gen hadden, die bij het kind wel gevormd werd tot een coeliakie-gen. –

1 hetrozygoot coeliakie-gen

De vader of de moeder heeft 1 coeliakie-gen. Er is 25% kans dat hij of zij dit door geeft aan de kinderen.

1 homozygoot coeliakie-gen

De vader of de moeder heeft 2 coeliakie-genen (homozygoot). Alle kinderen krijgen 1 (hetrozygoot) gen.

2 hetrozygote coeliakie-genen

De vader en de moeder hebben beiden 1 (hetrozygoot) coeliakie-gen.
De kans om deze door te geven is ingewikkeld:
Er is 25% kans dat het kind 2 (homozygoot) coeliakie-genen krijgt.
Er is 50% kans dat het kind 1 (hetrozygoot) coeliakie-gen krijgt.
Er is 25% kans dat het kind geen coeliakie-genen krijgt.

2 homozygote coeliakie-genen

Als beide ouders 2 (homozygote) coeliakie-genen hebben, heeft het kind 100% kan dat hij/zij ook 2 (homozygote) coeliakie-genen heeft.

Hoe zit het bij ons?

Ik heb 1 hetrozygoot coeliakie-gen: HLA-DQ2. Ik weet niet of het 2.2 of 2.5 is.
Er van uitgaande dat het 2.2 is, had ik 4% om coeliakie te ontwikkelen. Op mijn 29e werd coeliakie vastgesteld. (En ik denk dat ik het rond mijn 14e heb ontwikkeld)

Papa heeft 1 hetrozygoot coeliakie-gen: HLA-DQ8. Hij heeft 0,34% kans om coeliakie te ontwikkelen.

Eva heeft ook 1 hetrozygoot coeliakie-gen: HLA-DQ8. Geërfd van haar vader dus.
Zij heeft ook 0,34% kans om coeliakie te ontwikkelen. Jaarlijks wordt zij in het kader van PreventCD geprikt op antistoffen. En natuurlijk houden we het in de gaten als ze symptomen heeft.
– Ook bij broertjes en zusjes die niet mee doen aan dit onderzoek, wordt geadviseerd om elke 2 jaar te controleren op antistoffen. –

Mirthe heeft 1 hetrozygoot coeliakie-gen: HLA-DQ2. Geërfd van mij dus.
Zij had ook ca. 4% kans om coeliakie te ontwikkelen. Toen zij 1,5 was werd coeliakie vastgesteld.

En dan?

Hoe coeliakie ontstaat is nog niet precies bekend:
Je moet in ieder geval 1 van de coeliakie-genen hebben.
Daarnaast spelen nog zo’n 80 andere genetische bepalingen een rol.
Tenslotte spelen ook externe factoren een rol. Maar steeds meer wordt duidelijk dat dit niet eenduidig te bepalen is. Het is een samenspel van verschillende factoren zoals genen, voeding en infecties. Wel wordt steeds duidelijker welke factoren geen invloed hebben op het ontwikkelen van coeliakie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *