Een broodrooster delen, is dat veilig???

Geplaatst op  door Mirjam — 4 reacties ↓

Op elk bijna Facebook coeliakie-forum is de vraag wel te vinden:“IN HET TIJDSCHRIFT VAN DE NCV STAAT EEN ARTIKEL OVER TOSTI-IJZERS EN BROODROOSTERS. GAAN JULLIE NAAR AANLEIDING VAN DIT ARTIKEL SOEPELER OM HIERMEE?”

Ik heb dit artikel natuurlijk ook gelezen en ik vind het een verwarrend onderzoek. Hieronder lees je waarom.

Bron foto

Ten eerste

Ik raad iedereen aan om lid te worden van de NCV. Naast dat ze leuke en belangrijke activiteiten organiseren, houden ze ons op de hoogte van de laatste stand van zaken rondom coeliakie en het glutenvrije dieet.
Maar nog belangrijker: Ze behartigen onze belangen bij de regering, bij artsen, bij de voedingsindustrie en nog veel meer.
Kijk hier voor alle voordelen van het lidmaatschap.

Maar dat neemt niet weg dat ik soms vragen heb bij bepaalde dingen die ze doen. En als ik van de NCV geen antwoord krijg op die vragen, ga ik er zelf naar op zoek.

Artikel NCV

In het magazine Glutenvrij van juni 2021 staat een artikel over kruisbesmetting. Een broodrooster of tosti-ijzer delen, is dat veilig?
Dit is deel 2 in de reeks kruisbesmetting. Al eerder deden ze onderzoek naar het gezamenlijke gebruik van een snijplank.

Uit de test blijkt dat een tosti-ijzer na uitschudden minder dan 5 ppm bevat, en een broodrooster 6 ppm. De NCV trekt de voorzichtige conclusie dat je met broodroosters voorzichtig moet zijn. Bij tosti-ijzers ligt dat eenvoudiger. Even schoonmaken door uit te schudden, lijkt voldoende.

Achtergrond van de test

Zoals de meesten van jullie wel weten, is uit onderzoeken gekomen dat de meeste mensen met coeliakie 10 mg gluten per dag verdragen. Vervolgens is gekeken hoeveel glutenvrije dieetproducten (brood, koek en pasta) mensen op een dag eten. Dat bleek ongeveer 500 gram te zijn. Hierop is de Europese norm gebaseerd, waarin staat dat een glutenvrij product maximaal 20 ppm bevat. Als je een halve kilo dieetproducten eet met 20 ppm gluten, blijf je dus onder de 10 mg.

In deze norm is geen rekening gehouden met andere dingen die je op een dag eet en een klein beetje gluten bevat. In deze norm is al helemaal geen rekening gehouden met kruisbesmetting bij het bereiden van producten of met andere manieren waarop je gluten binnen kan krijgen (een vieze deurklink of een zoen van je lief).

Hoeveel gluten op een dag?

Een glutenvrij product mag dus maximaal 20 ppm bevatten. De meeste glutenvrije producten bevatten (veel) minder dan 20 ppm. Er is dus gelukkig enige speling voordat je aan de 10 mg per dag komt.

Zoals gezegd: 10 mg is de hoeveelheid die de meeste mensen met coeliakie verdragen, zonder klachten en zonder darmschade. Het gaat om ongeveer 80% van de mensen met coeliakie. Ongeveer 20% van de mensen met coeliakie verdraagt dus minder dan 10 mg per dag. (Lees hier meer over strenger glutenvrij dieet).
Aan de andere kant zijn er ook mensen die (veel) meer dan 10 mg per dag verdragen. Ieder heeft zijn eigen drempel. Het ingewikkelde is dat deze grens in de loop van je leven ook nog kan veranderen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van hormonen (puberteit, zwangerschap, overgang), maar ik denk dat de grens ook anders is als je beter of minder goed in je vel zit.

Concentratie verwarren met massa

Ppm is parts per million (delen per miljoen). Dit is een maat voor concentratie. Hoeveel miligram gluten er dus zitten in 1 kilo product.

Ppm is volgens mij geen goede maat om te bepalen hoeveel gluten een broodrooster (of een snijplank) bevat. Je wilt namelijk weten hoeveel milligram gluten iemand eet. Een mooi voorbeeld is die pot pindakaas waar iedereen met zijn mes in zit, al dan niet met wat broodkruimels eraan. Pakt iemand met coeliakie met zijn eigen mes pindakaas uit die pot, dan kun je meten hoeveel gluten er op dat mes zit. Of je meet hoeveel gluten er op die boterham zit. Als je meet in milligrammen, is de uitkomst in beide gevallen hetzelfde. Als je meet in ppm waardes niet. Dan kun je wel je boterham met pindakaas opeten (geen risico volgens de ppm test), maar niet je mes met pindakaas aflikken (wel risico volgens de ppm test). Haha. 

Dank je voor dit duidelijke voorbeeld Tine!

Bron foto

Een ander voorbeeld is een taart met spikkels. De spikkels alleen bevatten te veel gluten (meer dan 20 ppm). Maar als je de spikkels op de glutenvrije taart eet, bevat het opeens niet te veel gluten (minder dan 20 ppm).

Bron foto

Aanleiding van deze test

Medici en diëtisten geven adviezen over het voorkomen van kruisbesmetting bij het glutenvrije dieet, maar deze adviezen zijn gebaseerd op ervaringen en zijn niet onderbouwd met degelijk onderzoek. In de huidige aanbevelingen van coeliakieverenigingen staat dat je alle keukenmaterialen en oppervlakken zo goed mogelijk moet schoonmaken en glutenvrij en glutenvol zo veel mogelijk gescheiden van elkaar moet houden.

Degelijk grootschalig onderzoek naar kruisbesmetting is duur en ingewikkeld. Daarnaast is het moeilijk te financieren omdat er geen financieel belang is bij het onderzoek, zoals er wel is bij medicijnen of dure behandelingen. Een goed onderzoek naar kruisbesmetting moet grootschalig van opzet zijn. Daarnaast moet het effect van het gedrag meerdere jaren gevolgd worden.

Toch zijn de afgelopen jaren een aantal onderzoeken gedaan naar kruisbesmetting in de keuken:

Het is erg fijn dat de NCV nu ook onderzoek doet naar kruisbesmetting in veelvoorkomende praktijksituaties. Maar voor een groot opgezet onderzoek heeft de NCV geen geld. Het onderzoek is dusdanig klein dat je er eigenlijk geen stellige conclusies uit mag trekken. Dat had de NCV best wat duidelijker mogen communiceren.

De Amerikaanse coeliakieverenigingen hebben hun adviezen nog niet aangepast. Ze blijven pleiten voor een goede hygiëne (en contact met zichtbare kruimels vermijden).


Tine, Wendeline en Lisanne, dank jullie wel voor jullie interessante inbreng voor dit artikel!